Je kan dat soms hebben, zo van die momenten waarop je denkt ‘nu is het genoeg geweest! Ik pak mijn valies en ik vertrek!’. Die gedachte heb ik de afgelopen twee maand al vaak gehad. Mijn leven is op dit moment een woelige storm en ik heb nood aan rust in m’n hoofd. En reizen brengt me tot rust. Als het aan mij lag, ging ik elk weekend op reis, maar helaas is dat niet zo goed voor de portemonnee. Maar deze keer was het echt genoeg geweest. Ik moest er gewoon tussenuit. In plaats van met mijn vuist op tafel te slaan, klikte op de knop ‘boeken’. Daar! 4 dagen rust!
Hoewel ik voorkeur geef aan citytrips en dingen ontdekken, gaan we dit keer voor een kleine rondreis door Normandië. We reserveerden via Tui 3 nachten in het Mercure hotel in Cabourg, wat ongeveer in het centrum lag van alle plekjes die we graag wilden zien. We kregen een erg mooie en luxueuze kamer toegewezen, met ruimte voor Sep om nog wat te kunnen spelen. Het hotel had ook een verwarmd zwembad en een ruime kinderhoek, waar we na het ontbijt telkens een tussenstop hielden.
Normandië zit vol verrassende plekjes waar we 4 dagen op en top van genoten hebben. Zelfs tijdens onze ritjes van het ene punt naar het andere waren genieten en ontspannen. We reden letterlijk rond in een groene oase van rust. Veel tegenliggers hadden we immers niet op de secundaire wegen.
Je zou het misschien niet zeggen, maar Normandië is een echte ontsnapping aan het vluchtige leven dat we hebben en een ideale locatie om naar toe te gaan met kids. Het leukste van al is dat er aan de meeste dorpjes in Normandië heel wat geschiedenis van WO II aan vast hangt. Ik geef je even alle mooiste plekjes mee die we bezocht hebben!
1. Le Mont Saint-Michel. Misschien wel de meest toeristische trekpleister, waar we ook echt de toerist hebben uitgehangen door met paard en kar richting het eiland te trekken. Sep vond dat zo cool! Hij heeft nog dagen gepraat over de paardjes. De abdij van Saint-Michel is opgetrokken op een gigantische rotsblok dat in een baai ligt. Wanneer de getijden het toelaten, is het een eilandje en alleen bereikbaar via een brug. De woensdag wanneer wij Mont Saint-Michel bezochten was de zee echter weg getrokken en was er overal drijfzand te zien, waar verschillende groepen rondleidingen deden op hun blote voeten. Dat moet een ervaring op zich geweest zijn!
2. Pointe du Hoc. De plek waar je helemaal stil wordt. De site van Pointe du Hoc is nagenoeg helemaal dezelfde gebleven sinds het einde van WO II. Alle bomkraters zijn er nog te zien en laten niets aan de verbeelding over. Of misschien net alles. Het zicht op de wilde zee geeft je ook maar het minste idee hoe het voor de soldaten geweest moet zijn. Pointe du Hoc is volledig gratis te bezoeken en we waren er toch makkelijk een tweetal uurtjes kwijt om alles in ons op te nemen.
3. Omaha Beach. We hebben helaas hadden we niet de tijd om alle landingsstranden te bezoeken. We kozen Omaha Beach uit omdat hier ook het Normandy American Cemetary en Memorial gelegen was. Onze wandeling op Omaha Beach was zalig. Er was geen kat te bespeuren en hadden het gehele strand voor ons alleen, op de occasionele sporter na. We konden lekker op onze blote voeten in de branding lopen. Al was dat voor Sep toch wel net een beetje te koud! Toen we daarna terug wat landinwaarts trokken richting begraafplaats, kwamen de toeristen weer tevoorschijn. Zonde dat ze zo’n mooie plek links laten liggen! De begraafplaats was wel enorm indrukwekkend. Alle kruisjes stonden symmetrisch, of je nu in voor- of zijaanzicht keek.
4. Honfleur. Het meest idyllische havenstadje dat ik ooit heb gezien. Het stadje is helemaal opgetrokken met ouderwetse Normandische huisjes. We hebben rustig de tijd genomen om een terrasje te doen aan de havengeul, waar we de sfeer van het stadje helemaal tot ons konden laten doordringen. We hebben ook erg genoten van de stadswandeling van Euroreizen. Ze bracht ons langs plekjes die we anders niet zouden aandoen!
5. Etretat. De grootste bezienswaardigheid zijn de prachtige krijtrotsen. Het is fantastisch om te zien hoe woest de natuur kan zijn. We hebben ze eerst bewonderd vanop het strand, tijdens een lekkere picknick. Sep vond de meeuwen ook heel tof om achterna te zitten! Daarna vond hij het prima om in de Tula draagzak te zitten, want de krijtrotsen beklimmen was een work-out op zich. Het zicht vanop de rotsen was wel ruimschoots de moeite waard!
6. Rouen. De hoofdstad van Normandië. Al even pittoresk als Honfleur en zeker een bezoekje waard. Het oude stadscentrum staat vol met oude vakwerkhuisjes. Ondanks de drukte van een braderie in het centrum hing er een aangename sfeer in Rouen. De Kathedraal was echt adembenemend en kan tippen aan de Notre-Dame in Parijs!
7. Duits kerkhof in La Cambe. Een van de weinige Duitse kerkhoven in de regio, maar daarom niet minder mooi. Eigenlijk was het een verborgen pareltje. Het kerkhof heeft zwarte kruisjes en er hing een ingetogen sfeer in tegenstelling tot de Amerikaanse begraafplaats met zijn indrukwekkende witte marmeren zerken.
8. Sainte-Mère-Eglise. Geen al te groot stadje, maar als je in de buurt bent, moet je het gewoon eens bezocht hebben, al is het maar om de parachutist aan de kerktoren te zien hangen 😉 .